Van Vidin naar Belogradchik - Glibberen in de Magura-grot
Artikelindex
Ondergrondse wandeling bij 12 graden Celsius
Onze volgende halte is Rabisha, een vlek met zo’n 300 inwoners, op 45 kilometer van Vidin. In de dorpen die we passeren, wapperen opvallend veel verwaaide vlaggen met de Europese sterrencirkel, mogelijk nog als dank voor de Bulgaarse toetreding per 1 januari 2007. De bus houdt uiteindelijk stil in de heuvels bij Rabisha, waar ons volgens de gids een ‘beautiful Bulgarian project’ wacht. Op het eerste gezicht is er enige teleurstelling; in het restaurant is lang geleden de laatste maaltijd geserveerd, en het naastgelegen toiletgebouw is verre van geschikt om gasten te ontvangen.
Neen, voor het mooie moet je hier onder de grond zijn, want we staan per slot van rekening wel voor de ingang van de Magura-grot. In het kort: het gangenstelsel van 2,5 kilometer voert ons niet alleen door 15 miljoen jaar geschiedenis, maar ook langs unieke rotstekeningen, die dateren van 5000 jaar geleden.
Opgeschoten jongeren
De grot, de grootste van Bulgarije, werd pas in 1955 ontdekt. Sinds de openstelling in 1968 komen jaarlijks 300.000 tot 400.000 bezoekers, vooral buitenlandse toeristen. Die zijn hopelijk allemaal goed ter been, want met 90 procent luchtvochtigheid en een constante temperatuur van 12 graden Celsius is een wandeling over de altijd glibberige trappen en paden geen sinecure. Maar het is de inspanning waard, zeker als we de zalen met wandschilderingen bereiken. Daar slaat op zo'n 50 meter onder de grond echter ook de twijfel toe: sommige tekeningen zijn zo mooi, zo scherp, dat je onwillekeurig denkt dat enkele opgeschoten jongeren uit Rabisha - want die zullen toch ook wel bestaan? – hier gisteren uit verveling met kwast en verf aan de slag zijn gegaan…