Van Vidin naar Belogradchik
Artikelindex
Op de Balkan wordt gewerkt aan de Roman Emperors Route, een culturele trip langs Romeins erfgoed in Kroatië, Servië, Bulgarije en Roemenië. Puur op reis ging een paar dagen mee op inspectie in het noordwesten van Bulgarije; boven- en ondergronds. We ontdekten Vidin aan de Donau, stapten rond bij de rotsen van Belogradchik en glibberden in de regio Rabisha in een grot, waar het altijd vochtig en 12 graden Celsius is.
Als we bij Bregovo Bulgarije binnenrijden, zijn we naar verluidt in de armste regio van Europa. Mocht dat inderdaad zo zijn, dan probeert Vidin, onze pleisterplaats voor één nacht, er van alles aan te doen om er toch nog iets van te maken. Hoog langs de Donau, met aan de overkant Roemenië, ligt bijvoorbeeld een boulevard met wandel-, fiets- en skatemogelijkheden. Beneden dobberen party- en restaurantboten, met inmiddels draden vol brandende lichtjes. Verder veel parken, pleinen, hoge gebouwen en (oorlogs)monumenten; veelal in robuust Oostblokontwerp.
Ons hotel, Anna-Kristina aan 2 Baba Vida, is met de blauwe dakpannen een opvallende uitzondering, net als de naastgelegen moskee, gebouwd in opdracht van Osman (‘Pasha’) Pazvantoğlu (1758-1807), voormalig gouverneur van het district Vidin. We eten ’s avonds op eigen initiatief in een gelegenheid aan de rand van het park. Goed eten, vriendelijke bediening, een prettige ambiance; en dat alles voor 12 euro per persoon, inclusief enkele lokale biertjes.
De ochtend begint dus zonnig, ook letterlijk. Het park ligt er frisgroen bij, en het licht schijnt onder meer voluit op het elektrische treintje waarmee we een korte city tour gaan maken. Belangrijkste bestemming is het fort Baba Vida uit de 10de eeuw, het grootste van de twee kastelen van de stad. Het bouwwerk met vier torens is neergezet op de plaats van een oude Romeinse wachttoren, uit de tijd dat Vidin nog als Bononia op de kaart stond. Het vestingwerk heeft onder meer een voorname rol gespeeld tijdens de Ottomaanse heerschappij van Bulgarije, maar sinds het einde van de 18de eeuw was het betrekkelijk stil in en rond ‘grootmoeder Vida’. De vrij vertaalde naam slaat op de oudste dochter van een Bulgaarse koning, die kort voor zijn dood zijn rijk onder zijn drie kinderen verdeelde. Vida kreeg Vidin en de landen ten noorden van de Karpaten in handen en liet als tegenprestatie aan de oever van de Donau het fort bouwen. Elf eeuwen later is er een historisch museum gevestigd en ontwikkelt het gerestaureerde kasteel zich meer en meer tot een toeristische attractie, vertelt onze gids met voldoening vanuit de locomotief van ons duurzame treintje.