Helgoland blijft klein
Een meerderheid van de inwoners van Helgoland wil dat op het Duitse eiland alles bij het oude blijft. In een referendum stemden 583 inwoners (57,4 procent) zondag tegen het plan om het eiland te koppelen aan het naburige eilandje Düne. De verbinding zou volgens de voorstanders het toerisme naar Helgoland de noodzakelijke impuls kunnen geven. Maar zij trokken in de volksraadpleging aan het kortste eind.
Van de 1312 stemgerechtigden deden er 1068 mee aan het referendum. De tegenstanders wisten 583 stemmers (57,4 procent) te overtuigen, de voorstanders 482 (45,2 procent). Drie stemmen waren ongeldig. En zo blijft Helgoland gescheiden van Düne, net als de afgelopen 300 jaar. De eilanden vormden tot 1720 één eiland, tot een stormvloed een zandbank wegsloeg tussen beide gebieden. Burgemeester Jörg Singer van Helgoland wilde deze situatie herstellen, en lanceerde met de Hamburgse projectontwikkelaar Arne Weber en de Technische Universiteit Hamburg een plan om de zandbank in ere te herstellen. Op die manier zou het dagtoerisme naar Helgoland weer fors moeten toenemen, en zou het voor de bewoners interessanter worden om werk te zoeken op het eigen eiland.
Zeehonden
Natuurbeschermers hadden echter felle kritiek op de plannen. Ze vreesden dat uitbreiding van de toeristische activiteiten ten koste zou gaan van de zeehonden. De banken bij Helgoland staan namelijk bekend als kraamkamers van de zeehonden. Helgoland is het enige Duitse eiland dat ver in zee ligt, ten noorden van de Waddenzee. Het is 1,7 vierkante kilometer groot en heeft een rode rotskust, maar weinig strand. Düne bestaat voornamelijk uit strand.