'Suriname moet kansen grijpen'
Suriname moet veel meer doen op het gebied van ecotoerisme. Alleen dan kan het de leidende rol terugwinnen, die het land in de vorige eeuw op dit toeristische terrein had. De oproep is van president Russell Mittermeier van de milieuorganisatie Conservation International (CI). Ecotoerisme kan volgens hem een interessante inkomstenbron zijn voor het moderne Suriname, zo concludeert hij in een interview met dagblad De Ware Tijd.
Het ecotoerisme in Suriname is onder meer teruggelopen door de politieke problemen in de jaren ’80. Sindsdien is het kwakkelen met de sector. Mittermeier denkt dat Suriname nu een tweede kans krijgt, gezien de explosieve groei die ecotoerisme wereldwijd beleeft. De kritiek dat deze vorm van toerisme ook negatieve kanten heeft - omdat toeristen met het vliegtuig moeten komen, dat broeikasgassen uitstoot - wuift de president weg. “Dat is een dwaas argument. Je kunt deze emissies met een paar hectare bos in Suriname heel makkelijk compenseren door die als koolstofkredieten te verkopen. Ecotoerisme is één van de belangrijkste nieuwe markten in de wereld. Toerisme is de snelste groeiende industrie en ecotoerisme het snelst groeiende segment van de toerisme-industrie. Suriname moet hier voordeel uit gaan halen”.
In de hoogtijdagen was vooral het gebied Raleighvallen in trek. Het natuurreservaat van 78.000 hectare ligt aan de Boven Coppename Rivier, op zo’n 170 kilometer van de hoofdstad Paramaribo. De overheid besloot in 1961 om het gebied de status van natuurreservaat te geven. De vegetatie bestaat vooral uit het type bos, dat ongeveer 80 procent van het tropisch regenwoud van Suriname beslaat. Raleighvallen is een onderdeel van het 1,6 miljoen hectare grote Centraal Suriname Natuurreservaat, dat op 1 december 2000 door UNESCO op de lijst van Werelderfgoed is gezet.
