Lekker varen in noordoost-Friesland
Friesland staat bekend als provincie waar je prachtige vaartochten kunt maken. Heel eco, in een zeilboot, met de wind als voortstuwende kracht, of wellicht in een fluisterstil sloepje. Maar welke vaarwateren zijn er, en hoe komt het dat deze provincie zo waterrijk is? Puur op reis geeft een overzicht van de meren en vaargebieden in noordoost-Friesland én een klein stukje historie.
Duizend jaar geleden bestond het lage land van Friesland grotendeels uit veenachtig moerasgebied met poelen en kreken, meertjes, bossen, watergras en riet. Er waren nog geen dijken en elke winter overstroomden grote delen van het land. Mensen woonden verspreid door het hele gebied op de hoger gelegen zandruggen. Om het woeste gebied onder controle te krijgen bouwden ze dijken en groeven vaarten. Die vroege dijken hielden het niet en omdat het land nog steeds overstroomde spoelde de veenachtige bovenlaag langzamerhand weg. Zo vormden zich door de eeuwen heen de Friese meren. Het afgraven van de veengronden voor de winning van turf droeg nog eens extra bij aan de vorming van het merengebied.
In de loop der tijd ontstonden langs de vaarten kleine dorpjes en plantte men bossen op de zandruggen. Meertjes, moerassige gebieden en voormalige veenafgravingen werden ingepolderd. Het huidige karakteristieke Friese landschap is dan ook bijna geheel door mensenhanden gevormd. Toch herinneren de moerassige natuurgebieden en de verscheidene kronkelige vaartjes ons nog aan vroegere woeste tijden.
Sneekermeer
Door het ontginnen van veen ontstond in de middeleeuwen het Sneekermeer. Door het meer loopt een zandrug, die vroeger werd gebruikt om door het meer te waden. Het is opmerkelijk dat het Sneekermeer voor het grootste deel buiten de stad Sneek ligt. De Houkesloot vormt de verbinding tussen Sneek en het Sneekermeer. Aan de noordzijde van het meer is een vrijwel altijd openstaande sluis. Het Sneekermeer is een prima startpunt voor een boeiende tocht over de noordoostelijke meren van Friesland.
Pikmeer
Princenhof en Alde Feanen
Bergumermeer
Dit is het meest noordelijkste gelegen Friese meer, omdat het noordelijker gelegen Lauwersmeer van oorsprong een zeearm is en niet als ‘meer’ bestempeld wordt. Het Bergumermeer is een leuk vaargebied, maar houdt er rekening mee dat het aan de oevers behoorlijk ondiep kan zijn. Dit geldt zeker voor de oostzijde waar de diepgang soms maar vijftig centimeter is. Rond het meer zijn verschillende jachthavens, waaronder die van Bergum. Deze haven ligt lekker centraal, vlakbij de winkelstraat. Leuk weetje: het zeilboottype BM (Bergumermeerklasse) is genoemd naar het Bergumermeer. Het Prinses Margrietkanaal stroomt ook het Bergumermeer en deelt het in een zuidelijk en noordelijk stuk. Het zuidelijke vaarwater leidt naar de Leien.De Leien
Ook de Leien ontstond door veenafgraving en dat maakt het water op veel plaatsen ondiep. Het meer was eerst een natuurgebied, maar tegenwoordig ook toegankelijk voor de watersporters met speciale eilandjes met aanlegplaatsen. Ook zijn de havens in de omgeving verbeterd en uitgebreid. Aan de oostzijde van de Leien is een strandje met paviljoen waar vooral windsurfers hun stekkie vinden. De vele eilandjes en zandbanken maken de recreatieplas in het bijzonder geschikt voor motorboten en kleinere zeilboten. Houdt wel rekening met de vaargeul die door het meer loopt. Via Drachten kun je weer terugvaren naar het Sneekermeer.Drachten
Aan de rand van Drachten zijn een aantal jachthavens, waaronder Jachthaven De Drait. Deze ruime jachthaven ligt midden tussen de nieuwe woonwijken, en is de grootste binnenhaven van noord Nederland. Vanaf de haven zijn de wateren De Sanding en de uit de geschiedenis bekende Drachtersvaart bereikbaar. De Drachtstervaart is ooit gegraven door achthonderd man. Het is aangelegd voor de turfwinning omdat de meeste turf over het water in trekschuiten vervoerd werd.Tjeukemeer
Het Tjeukemeer is het grootste binnenmeer van Friesland. Dit meer is overigens ook te bereiken vanuit het Sneekermeer. Het Tjeukemeer ligt in de zuidwesthoek van de provincie en is meer dan tweeduizend hectare groot. Zowel vorm als oppervlakte van het meer zijn nogal veranderd onder invloed van stormvloeden en spontane, of aangestoken, bos- en veenbranden. Let op: bij harde wind kan een pittige golfslag ontstaan. Door het meer lopen vier betonde vaargeulen. Buiten de betonning is het niet overal even diep en zeker in het noordoostelijke deel moet je goed opletten. Hier kan het minder dan een meter zijn. Het meest westelijke deel van het meer wordt doorsneden door de snelweg A6. Aanleggen kan op enkele eilanden en verder is het verstandig er rekening mee te houden dat op het Tjeukemeer waterskiën en snelle pleziervaart toegestaan zijn.Keuze genoeg bij Hotelspecials