Japans rampgeld naar walvisjacht
Miljoenen euro's die Japan ontving uit rampenfondsen voor slachtoffers van de aardbeving en tsunami eerder dit jaar worden gebruikt om de walvisjacht te stimuleren en extra beveiliging te betalen voor de Japanse vloot. De walvisvaarders kregen onlangs zo'n 22 miljoen euro van de Japanse regering in Tokyo. Dit meldde de Australische krant The Sydney Morning Herald vandaag.
Zo'n achttien organisaties, waaronder milieubeweging Greenpeace, hebben in een brief aan premier Yoshihiko Noda protest aangetekend tegen het voor dit doel aanwenden van het rampengeld. De organisaties eisen dat het geld wordt gebruikt waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was.'We eisen dat de regering niet langer geld van de belastingbetaler verspilt aan het walvisvaartprogramma, maar dit geld aanwendt voor projecten die mensen, gemeenschappen en de op 11 maart getroffen regio helpen', aldus de brief. 'Het is duidelijk dat het doel van de Japanse regering van commerciële walvisvaart in de Zuidelijke Oceaan onbereikbaar is. Het walvisvaartprogramma kan niet overleven zonder belastinggeld.'
Van de 22 miljoen euro wordt een groot deel gebruikt om veiligheidstroepen te betalen die de walvisvaarders moeten behoeden voor conflicten met activisten van Sea Shepherd. De vloot is dinsdag vertrokken richting de wateren rond Antarctica.
Het Japanse ministerie van visserij geeft als reactie dat de walvisvaarders zwaar getroffen zijn door de ramp in maart en dat financiële steun noodzakelijk was.