Monsieur Cannibale
Los van het feit of je iemand dood moet wensen voor het schrijven van een kritisch stukje, zoals journaliste Gisela Williams is overkomen na haar reportage over de Efteling, de publicatie in The Wall Street Journal is wel een mooie testcase.
Eerst even de feiten: op zoek naar een Europees alternatief voor de Amerikaanse Disneyparken trekt Williams in het najaar van 2013 met haar dochters Paloma (4) en Cosima (6) naar de Efteling, ‘about an hour south of Amsterdam’. Haar ervaringen verwerkt ze in een behoorlijk positief stuk, dat vorige maand in de New Yorkse krant verschijnt. En dan begint het gedonder.
Williams gebruikt namelijk één alinea om een - volgens haar - onaangename kant van het pretpark aan te roeren. Ze is geschokt door de attractie Monsieur Cannibale; inderdaad, die met de draaiende kookpotten. De verslaggeefster heeft geen goed woord over voor de gekozen centrale figuur; een meneer met een donkere huid, die een witte koksmuts draagt en een houten lepel door zijn neusgaten heeft. Racisme van het zuiverste water, is haar conclusie. ‘A racist throwback to the days of the Dutch East India Company’, schrijft ze letterlijk.
Of die historische vergelijking met de VOC werkelijk hout snijdt, wil ik hier even buiten beschouwing laten. Het gaat mij om de realiteit. Haar waarneming zorgt allereerst voor ongebreidelde woede-uitingen op social media, met als dieptepunt de doodsbedreiging van afgelopen vrijdag. Treurig, maar het is niet anders.
Ik lig vooral wakker van de baas van de Efteling. Door een machtig medium in de VS worden beticht van racisme is al geen pretje, maar zeker niet als je in Nederland een pretpark drijft. Mijn voorspelling? Binnen afzienbare tijd verliest Monsieur Cannibale zijn plek in het Reizenrijk in Kaatsheuvel. De officiële lezing zal zijn dat het na meer dan 25 jaar welletjes is geweest.
Reacties